Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al j aren uit naar auto’s.
N ieuw is zuinig, oud blik zuipt. Hoe waar is dat? Nu de S60 is gekeurd en gekentekend, is het moment gekomen om nuchterder naar de gebruikskosten te kijken. Ik kocht hem uit een hartstocht die niks kost. Door alle fiscale douceurtjes van de youngtimerregeling hoef je niet op de kleintjes te letten. Maar nu we toch prinsheerlijk rondrijden: wat verbruikt de vijfcilinder turbomotor van zo’n achttien jaar oude Volvo nou gemiddeld? Teveel, is het standaardantwoord. In een sportsedan van toen kreeg je een vette aandrijflijn die er met 2.319 cc, 250 pk en 330 Nm koppel wel pap van lustte. Volvo’s overstap naar drie- en viercilinders was een impliciete schuldbekentenis. Het argument voor de afschaffing van de vijfcilinder diesel- en benzinemotoren klonk zo logisch. Kleinere, efficiлntere motoren zouden de Volvo-kroonjuwelen met overmacht van de troon moeten stoten. Ik kan niet ontkennen dat mijn import Zweed tot nu toe niet heel zuinig was. Daar had ik het ook wel een beetje naar gemaakt. Bij de snelheidsgemiddelden van mijn maiden trip naar Nederland vond ik 1 op 11 nog meevallen, in aanmerking genomen dat de snelheden soms opliepen tot ver boven de 150. Wat als ik me in Nederland gewoon eens suf aan de verkeersregels zou houden? De ouderwetse hogedrukturbo’s van mijn 850’s waren stevige innemers. Het displaygemiddelde van 8,8/100 staat op mijn netvlies gegrift; 1 op 12 haalde ik alleen in eenrustige bui op windstille zomerdagen. Het blok van de S60, een generatie jonger, zou het op zijn minst een beetje beter moeten doen. De auto is zo’n vijftig kilo lichter dan een 850R Estate, de koets stukken gestroomlijnder. Maar van de blauwe knoop wordt hij natuurlijk nooit met zulke spierballen. Volvo gaf destijds voor mijn handgeschakelde S60 T5 een gemiddeld verbruik op van 9,3 liter op 100 kilometer, 1 op 10,8. Volgens de verbruiksmonitor van AutoWeek-lezers is het in werkelijkheid eerder 1 op 8 of erger. Wat me sterk lijkt. Al begrijp ik best dat zijn prestatie cijfers een mens niet onberoerd laten, je moet het echt ontzettend bont maken om zover te komen. Ik doe het nu anders. Kalmpjes cruisen tot aan Emmeloord, dan met 110 door op de A6. Alles zit mee. Geen file, geen regen, normale temperaturen. Ik vind niet dat ik vals speel. Zo chill komen de fabrikanten zelf ook aan hun flatteuze verbruikscijfers. Die liegen er na 180 kilometer niet om. In Amsterdam noteert de boordcomputer een consumptie van exact 7 liter op 100 kilome kilometer. Met n op veertien zit ik ruim twee liter onder de fabrieksopgave. Hij is niet eens onzuiniger dan mijn 170 kilo lichtere Passat VR6.
Zulke verrassingen zijn wij testrijders ontwend. Moderne auto’s drinken op de diesels en een paar hyperefficiлnte drie cilinders na haast altijd meer dan wordt beloofd, ууk bij Volvo. Voor de nieuwe V60 T5, met hetzelfde vermogen als de mijne, geeft Volvo een CO2-uitstoot van 150 g/km op en een gemiddeld verbruik van 1 op 15,4. Voor de aanstaande sedan zouden die waarden iets lager liggen. Ik moet het nog zien. Tijdens de testweek met de nieuwe XC60 T5, die volgens de fabriek gemiddeld 1 liter op 14,5 drinkt, mocht ik voor een score van 1 op 10 al in mijn handen knijpen, terwijl ik in mijn eigen Volvo niets anders hoefde te doen dan mijn rechtervoet in bedwang te houden. En ik ken meer voorbeelden van youngtimerrijders die in hun oude vijf- en zespitters verrassend economisch onderweg zijn. De verbruiksopgaven van toen waren blijkbaar stukken realistischer dan nu. Uiteraard luisterde het minder nauw. Een fabrikant werd niet keihard afgerekend op zijn gemiddelde emissiewaarden. Hij hoefde niet met NEDC-draaikonterij de cijfers op te poetsen. Die grote blokken deden het veel beter dan wij denken. Ze hoefden nooit vol aan de bak. Dat ligt nu anders. Nieuwe Volvo’s zijn zwaar, de cross-overs heel zwaar. De tweeliter vier cilinders in de grotere modellen moeten er ondanks hun turbo’s en verfijnde achttraps automaten hard aan trekken. Dat fossiele blok van mij doet zijn werk slapend. Downsizing is het yin van het milieuverhaal, de halve waarheid. Het yang is je best doen: zuinig rijden. Die klimaatwinst, dat zijn wij.